WijkSchrijft Thriller: VOLGER - door thrillerauteur 001

Dit verhaal is ook te beluisteren op Spotify >>>

Datum: 11-09-2025
Schrijver: anonieme Thrillerauteur 001

1

Het terras van Café De Engel zindert van het leven. Gelach, opgewonden gesprekken, klinkende glazen. Iedereen lijkt te voelen dat dit de laatste warme zondagavond van het jaar is.

Jessie scrolt door haar Instatijdlijn en probeert het bonzen in haar borst weg te ademen. Er zijn geen nieuwe volgers.

Thomas zet een glas vers getapt Leffe Blond voor haar neer. ‘Nieuwe fans in de pocket?’

‘Nee.’ Jessies stem is zachter dan ze bedoelt.

‘Waarom refresh je dan steeds?’

 

Ze opent het mapje Bedreigingen en geeft haar telefoon aan Thomas.

Ik maak je onzichtbaar.

Ik laat je voorgoed zwijgen.

Ik ben de ogen in je rug; de stem in het donker; de hand je nek.

Ik zie je. Ik heb je. Ik dood je.

‘Wat een zieke geest.’ Thomas kijkt boos. ‘Sinds wanneer speelt dit?’

‘Al maanden stuurt ene @LexyWijktNiet91 mij DM’s en plaatst hij reacties onder mijn berichten en reels. Eerst een keer per week, nu bijna elk uur. Lexy heeft geen volgers, deelt geen berichten en er is geen profielfoto. Hij volgt alleen mij.’ Ze neemt een grote slok bier, haar handen trillen als ze de telefoon in haar broekzak stopt. ‘Gooi ik hem uit mijn lijst van volgers, dan volgt hij me binnen tien minuten opnieuw.’

‘Kun je het account niet blokkeren?’

‘Dat heb ik geprobeerd, maar dan verandert hij zijn naam. Letter of cijfer erbij en het lijkt een nieuw account.’

‘Ben je al bij de politie geweest?’

‘Nee.’

‘Dit is niet normaal, Jes.’ Thomas legt zijn hand op haar arm.

Ze voelt zijn liefdevolle blik op haar rusten, een die ze niet kan beantwoorden. In haar rusteloze leven is liefde onhandig. De avondzon draait naar het westen en brandt, heet als hellevuur, op haar hoofd. Jessie trekt haar arm terug en forceert een glimlach. ‘Ik heb zin in troostvoer met satésaus’.

Bij Tiggie’s Corner zijn ze meteen aan de beurt. De tegels aan de muur glinsteren in het warme licht van de lampen. Voor ze een hap neemt, filmt Jessie de puntzak friet met mayo en satésaus. Ze kiest een zomers filter en zet de reel online met de hashtags #frietculinair #mooileven #mooiwijk.

Naast haar speelt Thomas met zijn telefoon, geduldig wachtend met eten tot ze klaar is.

Ze doopt twee frietjes in de satésaus. De kruidige pindasmaak heeft iets geruststellends. Genietend sluit ze haar ogen.

Ping! De eerste reacties komen binnen: Smakelijk! en Ziet er lekker uit! Dan valt haar oog op de laatste: Geniet ervan zolang je kunt. De satésaus stolt in haar mond, plakt als kauwgum aan haar gehemelte. Doorslikken gaat niet, het is of haar slokdarm vol zit met weerhaakjes die het eten omhoog duwen. Misselijk schuift ze het zakje naar Thomas. ‘Ik hoef niet meer. Zullen we gaan?’

Thomas staat op en gooit zijn lege zakje weg. ‘Zal ik kijken of je huis veilig is.’ Hij buigt naar haar toe.

Jessie draait haar hoofd, waardoor zijn natte zoen op haar wang terechtkomt. ‘Dat hoeft niet. Dag, Thomas.’

Na een laatste groet fietst hij naar huis.

 

2

De volgende dag besluit Jessie om naar de politie te gaan. Achter de balie staat een wat oudere man, ze schat hem eind vijftig. Zijn grijze haar is met gel in model gedwongen, de fijne rimpels rond zijn ogen en mond verraden een glimlach die gemakkelijk opkomt. Van Esch staat er op zijn naamkaartje.

‘Goedemiddag.’ Hij knikt haar vriendelijk toe.

‘Dag. Ik kom aangifte doen.’

‘Dat kan online,’ de man draait zijn scherm en wijst, ‘dit is het juiste formulier.’

‘Het is ernstig.’

Vragend kijkt hij Jessie aan.

‘Ik word bedreigd.’ Ze toont hem de screenshots uit het mapje Bedreigingen.

‘Kom dan maar even mee.’

Jessie loopt achter hem aan naar een aparte kamer.

Ongevraagd zet de man een plastic bekertje met water voor haar neer. Hij wijst haar een stoel, gaat zelf achter het metalen bureau zitten en bekijkt de screenshots nogmaals. Hij fronst diep, ‘wellicht lokt u dit soort reacties uit? Kunt u niet minder om aandacht vragen.’

Dit is niet het antwoord waarop ze had gehoopt. ‘Het is mijn werk, ik ben reis-influencer.’ Ze wijst naar de mini-bio op haar Insta: Altijd onderweg | Wereldwijd thuis | Kleine rugzak, grote dromen | Wat ik zie, zie jij ook.

‘Nou, dit lijkt me meer een hobby.’

‘Dus…’ Ze hoort hoe wanhopig ze klinkt. ‘U maakt hier geen aantekening van?’

Van Esch haalt zijn schouders op. ‘Het is allemaal anoniem, we kunnen er nu niet veel mee.’ Hij knikt geruststellend. ‘Bovendien zien we dat online bedreigingen zelden de echte wereld bereiken. Blijft u vooral waakzaam en keer direct terug als het erger wordt.’ Met een warme hand leidt haar onverbiddelijk het bureau uit.

Op de stoep ademt Jessie diep de herfstlucht in. Ze voelt, nee, ze wéét, dat ze zich niet aanstelt. Zij is niet gek en ze is ook niet van plan zo snel op te geven. In de ruimte tussen zelden en nooit woont haar wanhoop.

Thuis appt ze een bevriende journalist. Hoi, Kaat. Ik stuur je zo een aantal screenshots die bewijzen dat ik word bedreigd. Kun jij hier iets mee voor de krant? De politie neemt het niet serieus. Thanks, Jes.

Tien minuten later krijgt ze antwoord. Hoi Jessie. Poeh, hier schrik ik van. Voor nu kan ik er nog niks mee, maar houd me op de hoogte! Xxx

 

3

Woensdagochtend, eindelijk tijd om uit te slapen.

Ping! Kijk uit je raam.

Het voelt als een bevel. Jessie stapt uit bed en loopt naar het raam. Er is niets vreemds te zien. Een oude vrouw zit op een bankje voor de kerk, een bestelbus lost bier bij Theater Calypso en een man schrobt met een bezem de stoep voor Brasserie Florian.

Dat jij mij niet ziet, betekent niet dat ik jou niet zie.

Haar knusse zolderkamer omarmt haar, op deze plek kan ze zich behaaglijk nestelen. Tot nu. De muren zijn van glas, iedere lamp die ze aansteekt is een spotlight. Het voelt alsof ze in een kijkdoos zit waar iemand de hele dag naar binnen gluurt. Haar veilige plek is steen voor steen afgebroken en nu rest alleen een kille ruïne. Ze stapt terug in bed en slaat de dekens over zich heen. Helaas kruipen de woorden met haar mee.

 

Later die dag vindt ze op de deurmat een envelop zonder postzegel. Op het vel dat erin zit, staat getypt: Voel jij je veilig alleen boven de boekwinkel? Op de andere kant leest ze: Slaap je nog steeds met het raam open?

Urenlang ligt ze die avond wakker. Geluiden die ze eerst niet hoorde zijn nu niet te missen hard: geritsel van muizen, tikkende leidingen, een houten balk die kraakt. Als een ongenode gast is de spanning haar lichaam binnengedrongen.

De donkere stilte is zwanger van angst, haar gedachten enger dan het geklop en getik. ‘s Nachts meer nog dan overdag, lopen waarheid en waanzin in elkaar over. Na een uur woelen besluit Jessie om wakker te blijven.

Een uur later hoort ze een harde tik tegen het raam. Haar hart roffelt in haar borst, haar adem blijft steken op een plek waar ze niet bij kan. Ze pakt de telefoon van het nachtkastje. Zal ze de politie bellen? Zinloos, die helpen toch niet. Ze hoort het Van Esch al zeggen: ach, gewoon een kwajongensstreek. Alles voelt vijandig.

Startend in het donker wacht ze op de ochtend. Pas als de schemering door de gordijnen kiert en de schimmige vormen van haar slaapkamer weer hun ongevaarlijke gedaantes aannemen, durft ze te slapen. Maar zelfs dan wordt ze opgejaagd. Wakker worden is geen opluchting. Nou vooruit, even dan. Tot ze denkt aan @LexyWijktNiet91. Het is vast iemand in een zwarte bomberjack; de capuchon verbergt zijn gezicht volledig. Met zijn stevige gestalte kan hij haar in een ommezien overmeesteren.

Op haar Instagram is een bericht binnen gekomen: Verstandig dat je raam dicht zit.

 

4

De hele vrijdagmiddag heeft Jessie gewerkt aan nieuwe berichten en story’s. Na een laatste check of echt alles in haar logeertas zit, pakt ze haar telefoon en zet de camera aan. ‘Hoi! Vanavond deel twee van mijn Kromme Rijn kastelenroute. Ik reis naar Cothen en logeer in de Prinsessensuite van kasteel Rhijnestein. Morgen word ik vast wakker met de geur van verse koffie en warme croissants. Reis je met me mee?’ Het filmpje deelt ze op haar Insta-feed.

Ping! De enthousiaste reacties stromen binnen. Slaap zacht, Doornroosje. Ze schrikt, het zal toch niet? Maar dan ziet ze dat het gelukkig van Thomas is.

 

Achter Jessie valt de deur in het slot. Het regent zacht. Voor boekhandel Pettinga treft ze haar buurman Max. Een onhandige dromer die al jaren in zijn hoofd de wereld rondreist, maar in het echt blijft steken bij de reisgidsen die hij verkoopt. Hij steekt meteen een verhaal af.

Ongeduldig wipt ze op haar voeten, ze wil voor het donker binnen zijn en de man blijft maar praten over het slechte weer van de laatste dagen, zijn werk bij de boekwinkel, dat haar Insta zo leuk en inspirerend is.

‘Eerst misschien Patagonië en daarna Buenos Aires.’

Ze humt, probeert hem niet aan te moedigen.

‘Zo’n Che Guevara-rit op de motor door Zuid-Amerika, lijkt me het mooiste.’

Denk hij echt dat ze dit interessant vindt? Op haar horloge ziet ze dat het bijna acht uur is.

‘Midden-Amerika lijkt me ook fantastisch. Guatemala, Belize, Cancún in Mexico en overal de Maya’s natuurlijk.’

‘Sorry, Max, ik moet ervandoor,’ onderbreekt Jessie hem.

Hij valt stil… ‘druk, druk, druk zeker.’

Ze wil zich omdraaien.

‘Staat je raam nog weleens open?’

‘Hè?’

‘Omdat het zo regent, bedoel ik.’

‘Ow. Nee, ik sluit hem nu.’ Ze stapt naar achter.

‘Wacht ik heb nog iets voor je.’ Hij haalt een zwarte envelop uit zijn broekzak en drukt die in haar handen. ‘Deze zat tussen mijn post.’

Haar hart slaat op hol. Dan vallen de gouden ballonnen op en ziet ze dat het een uitnodiging is. ‘Bedankt.’

 

De miezerregen doet de straatstenen van de Markt spiegelen. Een straffe wind jaagt de druppels verder de straat in. De regen haalt iets aards naar boven: de geur van vochtige baksteen, rottend blad en mos dat in de voegen groeit.

Jessie trekt de capuchon van haar rode regenjas diep over haar hoofd, in de touwtjes legt ze een stevige knoop strak onder haar kin. De regen druppelt op haar muts. Ze voelt zich opgesloten omdat ze niet goed om zich heen kan kijken. Haastig loopt ze naar de bushalte. Het is net of de weinige mensen die ze tegenkomt naar haar kijken. Ze spreekt zichzelf moed in: Ik stel me aan, er is niemand. Ik stel me aan, er is niemand. Ik stel me aan.

Bij de bushalte is het tochtig en kil. Ongeduldig wacht ze op lijn 41 naar Cothen. Tussen de wachtende mensen staat geen stevige gestalte, niemand met een bomberjack. Op een onzinnige manier is ze gerustgesteld. Tijdens de rit slaat de regen tegen de ruiten als de klauwen van een kraai. Ze houdt haar blik strak op het gangpad gericht; de ogen van de passagiers prikken in haar hoofd en rug.

 

5

In Cothen stapt ze uit de bus in een plensbui. Ze zwaait naar de chauffeur en kijkt de bus na tot deze in het schemerduister verdwijnt. Opgelucht loopt ze even later aan de andere kant van de tunnel weer naar boven. Nog vijf minuten. Bezwerend fluistert ze: Ik stel me aan, er is niemand.

De bomen langs het onverlichte pad naar kasteel Rhijnestein buigen naar elkaar toe. Het is net of de takken samenspannen om het laatste licht buiten te sluiten. De grond is zompig en er liggen grote plassen op het pad. In de lucht hangt de geur van houtrook. Er flitsen beelden voorbij van een gezellige woonkamer met een knisperend haardvuur. In de verte klinkt de roep van een uil, dichtbij hoort ze een eend die in de sloot naast het pad duikt. Door de regen is het water diep en zwart als olie. Vanuit haar ooghoeken ziet ze schimmen bewegen die verdwijnen zodra ze echt kijkt. Het werkt op haar zenuwen.

Dan ineens staat er ineens echt iemand voor haar. ‘Thomas? Wat doe jij hier? Loop je met me mee?’

‘Nee.’ Zijn stem klinkt koud als ijswater.

‘Waarom ben je dan hier?’ Buikpijn steekt op als stormwind: hier is iets gruwelijk mis.

‘Je snapt het niet hè.’ Zijn hand grijpt haar elleboog, warm en ruw.

‘Blijf van me af.’ Ze rukt zich los. ‘En tegen mij volhouden dat je bezorgd bent, zak.’ Ze loopt weg, struikelt over een boomwortel en voelt direct zijn vingers als een bankschroef om haar enkel klemmen.

‘Jij gaat nergens heen.’

Overal op haar lichaam voelt ze zijn armen.

Hij sleurt haar de struiken in. Iedere stap wordt gedempt in de modder. ‘Eindelijk ben je van mij en kan ik met je doen wat ik wil.’

‘Hoe kon ik zo blind zijn?’

‘Omdat alles om jou draait. Anderen zijn decorstukken. Je bent verblind door je succes. Een wereld van mooie plaatjes en grove leugens. Ze lijken te zeggen: ik ben mooi en onafhankelijk. Maar de echte betekenis is: ik ben leeg en ik heb niks.

Ze vecht, maar hij is sterker. De regen overstemt haar gegil. Haar voeten worden nat in de drassige grond. De kou trekt met snelle, gretige vingers door haar lichaam en sluit een giftig verbond met haar angst. Ze wordt tegen een boom gezet. Haar handen strak vastgebonden achter haar rug. ‘We zijn toch vrienden?’

Thomas schudt zijn hoofd. ‘Allang niet meer. Ik hield van je. Je buitenkant is mooi, vanbinnen ben je rot’. Hij spuugt op de grond. ‘Je hoefde alleen maar van mij te houden, maar ik was te min. Je stomme reizen zijn belangrijker.’ Beschuldigend prikt hij met de loop van het pistool tegen haar borst. ‘Voel je je nu nog zo sterk en onafhankelijk?’

Jessie ziet hoe Thomas een demper op het pistool schroeft. Ze haalt diep adem om hard te schreeuwen, maar ze is te laat.

 

Tien minuten later bindt Thomas twee patioblokken om Jessies levenloze lichaam. Voorlopig zal ze zinken. Met een haal duwt hij haar in de zwartglanzende sloot. Bellen breken het wateroppervlak en verdwijnen. Daarna stapt hij het duister in. De regen wist zijn voetstappen.

 

6

Later die week leest Thomas, verlekkerd als een pyromaan die naar zijn grootste vuur kijkt, de reacties op Jessies laatste post. Hij streelt haar profielfoto.

 

@Feminist23: Waarom doet de politie niks? #WaarisJessie
@Rhijneman: Dit is een schreeuw om aandacht! Die zit vast ergens op een tropisch eiland te niksen.

@MAxx: Ik hoop je snel weer te zien, mis onze spontane stoepgesprekken!
@LexyWijktNiet91: Eindelijk ben je van mij.
@ThomasvG_: Jes! Laat alsjeblieft iets van je horen! 💔
@Jongen97: Wie loopt er nou ’s avonds alleen op die plek? #Uitgelokt #Zelfomgevraagd
@Marc0: De familie vraagt om rust.

@KaatJanssen95: Lieve Jes, het spijt me zo!

 

Het account van @TravelwithJessie is verwijderd.