
Oude stenen en nieuwe herinneringen - Lisa en Yanieck interviewen Cor

Datum: 15-04-2025
Schrijvers: Lisa en Yanieck
Wijk bij Duurstede is onze geboortestad. We wilden graag meer weten over het verleden van Wijk, daarom zijn we naar het E&E gegaan om iemand te interviewen. Daar spraken we met Cor, een man van 83 jaar die zijn hele leven in Wijk bij Duurstede heeft gewoond.
Cor vertelde dat er vroeger veel knokpartijen waren op het kasteel. Hij heeft er zelf een paar meegemaakt. Wijk bij Duurstede is een hele oude stad, die vroeger een belangrijke handelsstad was. Veel mensen uit Wijk werkten in Utrecht, dus ze reisden elke dag heen en weer. Vroeger bestond Wijk vooral uit fruitteelt en er stonden vier grote steenfabrieken langs het water. Nu is daar nog maar één van over.

Cor haalde vroeger zijn kleding altijd bij Van Eck in de stad. Daar kocht hij een net pak voor de kerk op zondag, want bijna iedereen ging toen naar de kerk. De binnenstad van Wijk is nu helemaal vernieuwd en veel moderner dan vroeger. Cor vond het vroeger leuk om boodschappen te doen in de “winkeldish”, een winkel in de straat waar hij woonde.
Iedereen in Wijk liep vroeger op klompen, al hadden de meeste mensen ook gewone schoenen. Cor woonde als kind in een pleeggezin, omdat zijn ouders allebei overleden toen hij tien jaar oud was. Het pleeggezin was een boerengezin met twaalf kinderen. Dat kwam vroeger veel vaker voor dan nu.
Hij vertelde veel over de steenfabrieken. Zelf woonde hij bij een steenfabriek aan het water en werkte daar ook. Zijn werk bestond uit het snijden van stenen en het drogen ervan op droogrekken buiten, bij een temperatuur van ongeveer 18 graden. Dat heeft hij vijf jaar gedaan. Toen hij 18 werd, ging hij werken bij Hero in Zeist. Daar werkten zo’n 200 mensen. Hij kent er nog een paar van bij naam: Bouwman, Van Dijk, Veenhof, Maarten Warenveld en Piet Schalkwijk. Cor werkte daar heel lang.
Later werkte hij nog bij de tandheelkunde tot aan zijn pensioen, maar dat was voor een kortere tijd. Bij Hero gebruikten ze persen die je met de hand moest aanduwen. Dat was gevaarlijk, want als je vinger ertussen kwam, kon je hem verliezen. Cor heeft dat zelf gelukkig niet meegemaakt, maar hij zag het wel gebeuren bij anderen. Ze maakten daar handvaten van kunststof, zodat het bestek niet heet werd. Tegenwoordig maken ze dat helemaal van metaal.
Als hij niet in de steenfabriek werkte, hielp hij thuis op de boerderij. Daar verbouwden ze vooral kool en aardappels. Ze hadden geen fruit op de boerderij. Als ze fruit wilden, moesten ze een halve kilometer over de dijk lopen naar de fruitboer. Cor zijn lievelingstoetje was pudding. Dat kreeg hij elke zondag na het eten.
Rond de stad was vroeger een werkterrein. Dat bestaat nog steeds, maar het is nu groter en moderner geworden. Vroeger woonden er maar zo’n 2000 mensen in Wijk bij Duurstede. Nu zijn dat er ongeveer 25.000. Cor ging als kind naar de Antoniusschool voor lager onderwijs. Die school stond vlak bij de molen. Eén Duits woord is hem altijd bijgebleven: “Kartoffeln,” wat aardappelen betekent.
We sloten af met een lach en schudden elkaar hand.