Verder was er vroeger een gasfabriek links bij de poort van het kasteel van Wijk, nu staat er een prachtig huis op de plek waar de fabriek stond. In de gasfabriek lagen leidingen die naar de straat leidde. Er was toen een ambtenaar aangewezen die dan gas door de leidingen zou moeten doen zodat er licht was in de straten.

Het mooiste wat Gerard vond toen hij klein was was dat ze allemaal een varken hadden in de tuin. Het leuke was als hij geslacht was had iedereen een “leertje” (een ladder) daar werd een stuk hout aan vastgeknoopt en het varken aan op gehangen. Ondersteboven werd hij dan opengemaakt en moest hij een dag blijven hangen met een laken over zich heen. Dan kwam de dierenarts het vlees goedkeuren, en zette stempels erin dan kwam de slachter het afhakken en het vlees bereiden, het hele varken werd geconsumeerd. Hij vond het geweldig om met ze broers en zussen het vlees in een gehaktmolen te doen en zelf worstjes te maken. Dat gebeurde zelfs 30 jaar terug nog.

Gerard woonde op de Zandweg, waar nu allemaal huizen staan waren vroeger heel veel landerijen, waar mensen van moesten leven. Die poten dan aardappels, andijvie, aardbeien etc en dat werd klaargemaakt voor de winter. Kolen werden in wekpotten (glazen flessen) gedaan dat werd in een ketel gezet en de lucht uit de wekpot gehaald zodat het niet zou bederven.