
Een terugblik op Cothen en het leven - Silvijn van Mourik en Ashvin Suntharampillai interviewen Paul Vernooij

Datum: 15-04-2025
Schrijver: Silvijn van Mourik en Ashvin Suntharampillai
Paul Vernooij is zestig jaar oud en woont inmiddels vijf jaar in Wijk bij Duurstede. Daarvoor heeft hij zijn hele leven in Cothen gewoond. Op de vraag hoe lang dat precies was, antwoordt hij: “Ongeveer 55 jaar.” Na zijn scheiding vond hij een mooi huis in Wijk, waar hij nu met plezier woont.
We vragen hem hoe hij zijn jeugd in Cothen heeft ervaren. “Ik heb een hele mooie jeugd gehad,” zegt hij met een glimlach. “Ik ben geboren op een boerderij in de Kersenboogerd, waar nu mijn broer Theo woont. We werkten veel op de boerderij en speelden altijd buiten. Computerspelletjes hadden we toen nog niet, dus we verzonnen onze eigen spellen en waren
de hele dag actief.”

Als we vragen of hij broers of zussen had om mee te spelen, vertelt hij dat hij de jongste is van
zes kinderen. “We deden veel samen, vooral met mijn broers. We waren ook gek op
motorsport. Mijn vader was monteur bij een transportbedrijf, dus de liefde voor techniek zat er
al vroeg in.”
Natuurlijk zijn we benieuwd of alles alleen maar leuk was in zijn jeugd. Paul denkt even na en
zegt dan: “Eigenlijk heb ik alleen maar goede herinneringen. Geen ellende of grote problemen.
Het was gewoon een fijne tijd.”
Op de vraag of Cothen veel veranderd is sinds zijn jeugd, antwoordt hij zonder twijfel: “Ja, heel
veel. Het is veel drukker geworden, er zijn meer huizen bijgekomen. Vroeger kende je iedereen
in het dorp, nu zijn er veel nieuwe gezichten.”
Toch zijn er ook positieve ontwikkelingen geweest, zegt hij. “Er zijn meer activiteiten in het dorp
dan vroeger, maar het winkelaanbod is wel een stuk minder geworden. Er is nu alleen nog een
supermarkt en een bakkerij.”
Was dat gebrek aan voorzieningen dan ook een reden om te verhuizen? “Nee,” zegt hij, “dat
speelde geen rol. Het ging vooral om het huis dat ik kon kopen. En Wijk bevalt me goed. Het is
gezellig, met veel horeca en leuke winkels. Echt een toeristisch stadje.”
Paul kwam als kind al vaak in Wijk bij Duurstede. “Mijn moeder deed daar de boodschappen,
en ik ging dan mee. Later, toen ik ouder was, ging ik er stappen en naar festivals.”
We vragen hem wat hij nu nog vindt van Cothen als dorp. “Cothen blijft een mooi en
gemoedelijk dorp. Ik noem het altijd een bouwvakkersdorp, omdat er vroeger veel mensen uit
de bouw woonden. Dat is nu wel wat veranderd. Maar het dorp heeft zijn charme nog steeds.”
Als we hem vragen naar mogelijke verbeterpunten, denkt hij vooral aan de jeugd. “Voor mij
hoeft er niet veel te veranderen, maar voor jongeren zou er misschien meer te doen mogen zijn.
Meer ontmoetingsplekken bijvoorbeeld.”
Op de vraag of hij vroeger actief was in het dorp, antwoordt hij dat hij nooit bij een
sportvereniging zat, maar wel jarenlang in het kerkbestuur van Cothen zat. “En ik deed aan
motorcross,” voegt hij toe. “Dat deed ik meestal met mijn broers. We reden vaak in Brabant,
maar ook wel eens in het buitenland.”
Of hij daar goed in was? Paul lacht. “Ik reed bij de junioren regelmatig vooraan en heb wel wat
bekers gewonnen, maar ik ben nooit echt doorgebroken. Het was vooral hobby, geen carrière.”
Bijzondere herinneringen heeft hij ook volop. “Vroeger had je in Cothen een dancing waar we
vaak uitgingen. En ik herinner me nog dat Golden Earring eens in Wijk optrad. Dat vergeet je
niet.”
We vragen hem of hij nog steeds iets met motors doet. “Jazeker! Ik heb een Harley en een
Kawasaki. Binnenkort ga ik vijf dagen op motorvakantie door Duitsland met vrienden. Dan
neem ik de Kawasaki mee, die is comfortabeler voor lange ritten.”
Op de vraag of er voor hemzelf veel veranderd is sinds hij in Wijk bij Duurstede woont, knikt
Paul. “Ja, best veel eigenlijk,” zegt hij. “Vijf jaar geleden heb ik mijn Keurslagerij verkocht. Ik
werkte jarenlang in de zaak, maar het was tijd voor iets anders. Mijn kinderen wilden de zaak
niet overnemen, en ik had verder ook geen opvolger. Toen heb ik besloten om het los te laten.”
Inmiddels is Paul vrachtwagenchauffeur. “Dat is natuurlijk een totaal ander leven, maar het
bevalt me goed. Lekker onderweg, veel vrijheid.” De winkel bestaat nog steeds, vertelt hij, al
weet hij niet precies wie er nu de eigenaar is. “Ik ben er eerlijk gezegd al een tijd niet meer
geweest,” voegt hij nuchter toe.
Met een tevreden blik sluit Paul af: “Ik ga nu even wat eten, bedankt voor het gesprek.”